Volgens de nieuwe Omgevingswet – die naar verwachting in werking treedt op 1 januari 2021 – stelt de gemeenteraad een Omgevingsvisie vast. Hierin worden alle beleidsterreinen en onderwerpen over de fysieke leefomgeving geïnventariseerd en beschreven en wordt het voor die beleidsterreinen te ontwikkelen integrale beleid vastgelegd. Bij fysieke leefomgeving moeten we denken aan zaken als natuur, milieu, ruimtelijke ordening en verkeer en vervoer. Een Omgevingsvisie moet in ieder geval bevatten:
- een beschrijving van de hoofdlijnen van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving
- de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming en het behoud van het grondgebied
- de hoofdzaken van het voor de fysieke leefomgeving te voeren integrale beleid.
De luchtkwaliteit bepaalt mede de kwaliteit van de fysieke leefomgeving en is dus een van de onderdelen die in de Omgevingsvisie een plaats verdienen. Nu wordt die luchtkwaliteit vaak negatief beïnvloed door het gebruik van houtkachels. Hiervan hebben veel Nederlanders last (al is dit vaak een persoonlijk probleem omdat niet iedereen [evenveel] last ervaart).
In een gemeentelijk Omgevingsplan kan het beleid uit de Omgevingsvisie worden uitgewerkt. Met het oog op de doelen van de Omgevingswet kunnen in een Omgevingsplan regels komen over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving. In een Omgevingsplan kunnen dus ook regels worden gesteld over het gebruik van houtkachels, omdat dit gebruik gevolgen heeft voor de luchtkwaliteit.
Via de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan biedt de Omgevingswet dus kansen om iets te doen aan het gebruik van houtkachels en zo de lucht in stad en dorp een stuk schoner te krijgen.